-
1 hoopgevend
♦voorbeelden: -
2 hoopvol
♦voorbeelden:ze waren zeer hoopvol gestemd • they were in a very hopeful moodde toekomst zag er niet erg hoopvol uit • the future did not look very hopeful -
3 fair
adj. billijk, eerlijk; behoorlijk; blond; mooi, net; kermis, markt--------adv. eerlijk; behoorlijk; in het geheel (spreektaal)--------n. (jaar)markt, tentoonstellingfair1[ feə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 beurs ⇒ (jaar)markt, tentoonstelling————————fair2〈bijvoeglijk naamwoord; fairness〉1 eerlijk ⇒ redelijk, geoorloofd2 behoorlijk ⇒ bevredigend, redelijk♦voorbeelden:fair game • wild waarop gejaagd mag worden; 〈 figuurlijk〉 gemakkelijke prooi 〈 bijvoorbeeld voor kritiek〉get a fair hearing • een eerlijk proces krijgenby fair means or foul • met alle/geoorloofde en ongeoorloofde middelenfair play • fair play, eerlijk spel 〈 ook figuurlijk〉〈 informeel〉 fair enough! • dat is niet onredelijk!, okay!the fair sex • het schone geslacht————————fair3〈 bijwoord〉2 beleefd ⇒ hoffelijk, netjes3 precies ⇒ pal, net♦voorbeelden:1 play fair • eerlijk spelen, integer zijn -
4 look
n. blik; uitdrukking; gezicht; voorkomen; rol; uiterlijk--------v. kijken; lijken, er uit zien; zoeken; zienlook1[ loek]4 mode5 uitzicht♦voorbeelden:by the look(s) of it/things • zo te zienII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————look21 kijken ⇒ (proberen te) zien, aandachtig/zoekend kijken2 uitkijken ⇒ uitzien, liggen♦voorbeelden:look about/around • om zich heen kijken, rondkijkenlook on • toekijkenlook at • kijken naar, in ogenschouw nemen; beschouwen, onderzoekento look at him … • naar zijn uiterlijk te oordelen …not look at • niet in overweging nemen, niets willen weten vanlook beyond • verder kijken danlook down the road • de weg af kijken2 look onto/towards • uitzien/uitkijken oplook to the south • op het zuiden liggen¶ look you! • kijk!look down (up)on • neerkijken oplook forward to • tegemoet zien, verlangen naarlook here! • kijk eens (even hier)!, luister eens!look in on someone • bij iemand langskomen/aanlopenlook after • passen op, zich bekommeren om; toezien oplook after oneself, look after one's own interests • voor zichzelf zorgenlook for • zoeken (naar)look for trouble • om moeilijkheden vragenlook (up)on someone as • iemand beschouwen als/houden voor→ look back look back/, look out look out/, look round look round/, look through look through/, look to look to/, look up look up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zijn blik richten op ⇒ kijken (naar), zien4 zorgen♦voorbeelden:look someone down • iemand de ogen doen neerslaanlook what you've done • kijk nou (eens) wat je gedaan hebtlook who's here! • kijk eens wie daar aankomt/wie hebben we hier!he isn't looking himself today • hij is niet geheel zichzelf vandaag4 look that … • ervoor zorgen dat …1 lijken (te zijn) ⇒ uitzien, de indruk wekken te zijn♦voorbeelden:look interesting/promising • er interessant/veelbelovend uitzienlook ill/well • er slecht/goed uitzienlook like • eruitzien als, lijken opthis looks to me like an exit • volgens mij is dit een uitgangit looks like snow • er is sneeuw op komsthe looks as if he has a hangover • hij ziet eruit alsof hij een kater heeft -
5 Spur
〈v.; Spur, Spuren〉2 rijbaan, -weg4 klein beetje, ietsje♦voorbeelden:1 eine heiße Spur • een veelbelovend, concreet spoor〈 informeel〉 keine Spur, nicht die Spur! • absoluut, helemaal niet!(um) eine Spur zu groß • een kleinigheid, een ietsje te grootkeine Spur von Furcht • geen ziertje vrees
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский